0114
27-03-1999
NU
Ewald Spieker
Overige, typograaf
typografie als uitgangspunt.
één letterteken (n) en zijn spiegelbeeld (u).
medeklinker en klinker vormen samen een woord:
nu.
het woord blijft ook bij omkering:
nu.
alles speelt zich af binnen de vedute-maten.
het object is symmetrisch en spiegelbeeldig.
ruimtelijk maar ook hermetisch in beeld en taal.
geometrische basisvormen (rechthoek, vierkant, cirkel).
het zand vormt een driehoek van 30 ° 30° 120°.
positief en negatief.
de grafische vormen in primaire kleuren,
completeren in ruststand de driehoeken tot hexagram.
door het object te draaien komt het zand in beweging.
in het woord benadrukt het vallende zand het moment.
op het vierkant ontstaat een driedimensionale driehoek.
onder de driehoek ontstaat tegelijkertijd de negatieve vorm.
hoewel de associatie met een zandloper groot is,
is het ‘nu’ object dit niet.
het geeft geen exacte tijd aan.
het nu is zo vanzelfsprekend als ademhalen,
tot men zich verslikt in een visgraat.
van zand in de ‘loper’
tot zand in de motor.
nu.
–ES
