0132
01-07-1999
WAT BLIJFT KOMT NOOIT TERUG
Wim Quist
Architect
Deelcollectie: Tijd & Dualiteit

TIJD EN DUALITEIT
Jaren geleden bouwde ik in Zwijndrecht een huis voor ons gezin. Tijdens het bewerken van de, van elders aangevoerde, tuingrond vond ik daarin een stuk kalksteen versierd met een kraallijst dat afkomstig bleek te zijn van een niet meer bestaand middeleeuws bouwwerk. Ik maakte het schoon en gaf het een prominente plaats in ons nieuwe huis. Wij woonden er 15 jaar toen ik tot de ontdekking kwam dat mijn kinderen, in de door mij ontworpen ruimte, niet helemaal gelukkig waren. Hun scholen lagen aan de overzijde van een brede rivier en dat hield in dat hun klasgenootjes niet zo vanzelfsprekend de brug over fietsten als omgekeerd en mijn kinderen dientengevolge in een sociaal isolement terecht kwamen. Tegen mijn zin verkocht ik mijn huis en gingen wij aan een haven in Dordrecht wonen. Weer woonden wij in een prachtige omgeving, maar nu met betere sociale contacten waardoor mijn kinderen aan hun laatste schooljaren nog altijd plezierige herinneringen bewaren. De steen kreeg opnieuw een prominente plek. Toen mijn vrouw in 1987 langdurig ziek werd moest ik mijn aandacht verdelen tussen het leven thuis en het werk. Gedurende lange tijd was de enige vorm van ontspanning tijdens de weekenden en in de avonduren een wandelingetje langs de haven. In een ruimte die alsmaar kleiner wordt kan een andere ruimte ontstaan met veel grotere dimensies. Maar er is wel tijd voor nodig om dat te ontdekken. In zijn essay ‘On Adam’s house in Paradise’ schrijft de architectuurhistoricus Joseph Rykwert dat bouwen een soort restaureren is, herinneren aan wat nooit heeft bestaan. Mijn steen was voor mij een herinnering aan een ruimte die voor mij niet bestond, desondanks heel oud was en van een eigen geheimzinnigheid. In de veelheid van vormen die wij ons tegenwoordig veroorloven mis ik vaak zo’n geheimzinnigheid waarvoor tijd nodig is om ontdekt te worden. In een van de zerken van de kademuren in Dordrecht staat een tekst van Jan Eikelboom naar ontwerp van Walter Nikkels. ‘Wat blijft komt nooit terug.’ Voor mijn ruimtelijk manuscript dat geïnspireerd moest zijn op de woorden ‘tijd’ en ‘dualiteit’ heb ik mijn steen in 4 stukken laten zagen. Door het zagen is een deel van de steen verdwenen. Maar daarvoor in de plaats is er nu deze tekst, uitgevoerd in roestvrij staal. De brokken worden bewaard in een door mij ontworpen stalen doos waarvoor de vorm is bepaald door het constructieve principe van vouwen. Door vouwen ontstaat extra sterkte en stijfheid. Gevouwen platen die met elkaar een eenheid vormen. Zuiver construeren is nog altijd een van de meest wezenlijke kenmerken van architectuur. Als wij de brokken uit de doos halen en tegen elkaar aanleggen zien wij de steen zoals hij was, aangevuld met een nieuw ornament, de dikte van het roestvrij staal. Een herinnering aan ruimte van heel lang geleden, gevat in het materiaal van onze tijd.
–WQ

www.qwa.nl