10 citaten uit diverse Vedute publicaties
Citaat
‘Een bibliofiel gebruikt al zijn zintuigen wanneer hij een boek voor het eerst in handen krijgt: het gewicht, de omvang en de tastbaarheid van het geheel, de geur en het geluid van het papier, de vormgeving van bladspiegel en letterontwerp, ze spelen alle een rol bij de uiteindelijke waardering. Soms zijn boeken uitzonderlijk mooi uitgevoerd, maar de vormgeving staat vooral ten dienste van de tekstuele inhoud. De bibliotheek van stichting Vedute leert dat het ook anders kan.’ (
Mirjam IJsseling, cahier Kijk op Vedute, p. 1, 1996)
Citaat
‘De beschouwer staat geheel alleen met zijn verbijstering over een ruimtelijke ervaring die zo simpel en zo complex, zo duidelijk en zo onbegrijpelijk, zo helder en zo mysterieus, en dat alles tegelijk is. Tegenover deze ervaring past bescheidenheid, geen aandrang tot uitleg, wel nieuwsgierigheid.’
(Maarten Kloos in ‘Wonderdozen’, cahier Kijk op Vedute, p. 12, 1996)
Citaat
‘Maar belangrijker is dat een simpele handeling (één keer uitrollen en daarna weer oprollen) de kracht van de indruk die op zich al heel snel bestaat, op een bijna onwaarschijnlijke manier vergroot. Zowel “Licht” als “De weg naar Rome” bieden een grootse, immateriële ervaring en maken duidelijk dat het bij de manuscripten van Vedute niet gaat om het stoppen van iets groots in een klein doosje, alsof een te volle reiskoffer dicht moet.’
(Maarten Kloos in ‘Wonderdozen’, cahier Kijk op Vedute, p. 29, 1996)
Citaat
‘Om “grensverleggend” te kunnen denken over kunst in de openbare ruimte, moest eerst het begrip “openbare ruimte” worden doorgrond. (…) De Stadsbibliotheek van de Zintuigen is bedoeld als een vooronderzoek: de ervaringen van kunstenaars, vastgelegd in de manuscripten van de Stadsbibliotheek, zouden kunnen inspireren tot nieuwe uitgangspunten.’
(Ineke Schwartz, cahier Een stadsbibliotheek van de zintuigen, p. 4, 1996)
Citaat
‘For boxes we may go to Joseph Cornell, microcosms ad infinitum, for furred cups to Merit Oppenheim, but for books we can only look to El Lissitzky. The idea avant la lettre about the electronic book, the kinetic book, the indexical book. Mayakovsky’s ‘For the Voice’. And of course the Khad Gadya rewritten. The all too secular ‘Story of Two Squares’ published by Skythians Verlag in 1922. Do Not Read, Take Scissors, Cut, Bend and Fold. The Constructivist book. Origami. The Purist book that never existed. Le Corbusier’s ‘Boîte à Miracle’. The burning of the books. A sinister shadow. The English artist Gunther Irwin. Do I recall correctly? Does my memory still serve me – the artistic presentation of burnt books.’
(Kenneth Frampton, openingswoord bij vijfjarig bestaan Vedute, ARCAM 23 mei 1996)
Citaat
‘Postbode-elastiek houdt de deconstructie van Ben van Berkel samen. Een tablet kunststof, met zwarte tekst bedrukt, lijkt wat ongelukkig te zijn gevallen. Breukvlakken hakken de woorden in mootjes. De taal, het vervoermiddel bij uitstek voor het denken, is van zijn logische ordening ontdaan, de woorden zijn aan het schuiven gegaan over de scherven die als ijsschotsen over elkaar tuimelen.’
(Gert Staal in ‘Geschreven gebouwen’, cahier The written versus the constructed, p. 13, 1997)
Citaat
‘De lijst van voorbeelden waarin architectuur en muziek, ruimte en geluid een verbond aangaan is eindeloos. Op alle niveaus “high, low and in between” (met dank aan Townes Van Zandt) van kunst en leven zijn demonstraties te vinden van deze interactie. Soms als een ongewild bijeffect, vaak als een bewuste manipulatie of als artistiek onderzoek. Architecten en componisten, kunstenaars en musici hebben veel gemeen. Ze gebruiken zelfs dezelfde woorden om hun werk te beschrijven. En in de loop van de geschiedenis er altijd een intensieve relatie geweest tussen deze disciplines. Ik was bijzonder gefascineerd door het idee dat ik voor deze Vedute-deelcollectie mensen zou kunnen uitnodigen van wie ik het werk bewonder en die werken in het brede veld van muziek, architectuur, ontwerp en beeldende kunst.’
(Frans Bevers, cd-rom cahier Acoustic Architecture – Architectural Acoustics, 2000)
Citaat
‘Binnen hun eigen logica poneren de verschillende manuscripten telkens andere uitgangspunten voor de interpretatie van tijd en ruimte. Ze introduceren begrippen die zowel op het niveau van een ideeënbibliotheek als in de dagelijkse praktijk van een woningbouwer waardevol zijn. Individuele en collectieve herinneringen, het spektakel van het moment, de duurzaamheid van een onzichtbare infrastructuur, het ongevormde als blijvend casco, de droom van het gewichtloze, nomadische bouwsel: stuk voor stuk voegen zij noties toe aan het arsenaal van woorden en beelden waarmee wij een nieuwe werkelijkheid kunnen verbeelden. Voor een mensenleven of een seconde, en wellicht allebei tegelijk.’
(Gert Staal in ‘Gestolde tijd’, cahier 00:00 Tijd & Dualiteit, p. 25, 2000)
Citaat
‘Vervolgens moeten wij vaststellen dat deze bibliotheek tot nu toe geen enkel lelijk manuscript bevat, geen misdadig, geen schandalig, geen afstotelijk en zelfs geen weerzinwekkend exemplaar. Daarmee gaat elke gelijkenis met bestaande architectonische, of stedenbouwkundige ruimten in rook op. De Vedute-verzameling is niet in alle gevallen begrijpelijk, maar wordt samengebonden door een even verantwoorde als avant-gardistische rode draad.’
(Max van Rooy, openingswoord bij de inwijding van Tussen de Bogen, 29 november 1997)
Citaat
‘Het is een voordeel om niet onderhevig te zijn aan de Wet van de Remmende Voorsprong: ruimtelijk manuscript 153 kent 152 voorgangers, waarvan een aantal mij voldoende inzicht verschafte om niet in valkuilen te belanden. Jarenlang smaakte ik het comfortabele genoegen om getuige te zijn van de ontwikkeling van de Vedute-collectie zonder zelf in het diepe te hoeven springen. Feitelijk zijn al mijn voorgangers mijn adviseurs geweest, en daar ben ik hen dankbaar voor. En dan te bedenken dat mijn manuscript onvoltooid is, en slechts als simulatie bestaat. Ruimtelijk manuscript 153 moet het vooralsnog hebben van een omschrijving en niet van een fysieke aanwezigheid. Daarom bevindt het zich op een overgangspunt, zwevend tuss en de manuscripten die in de loop van tien jaar zijn gerealiseerd en de nog onbepaalde hoeveelheid die zal volgen. Tegen die tijd zal ook ik een adviseur zijn geworden, en zal ruimtelijk manuscript 153 het lijdend voorwerp zijn van hoon, onverschilligheid, bewondering, afwijzing of scepsis.’
(Ronald van Tienhoven, 2001)